Bouwstenen voor een pelgrimstocht

Vanaf het station in de stad Groningen fietsen we het platteland op. Na twaalf kilometer komen we door het gehucht Lageland. Dit lage land is een leeg land. Wij houden van de ruimte. Akkerland zover het oog reikt, met af en toe een boortoren.  Gaswinning laat hier op meerdere manieren zijn sporen na, onder en vooral boven de grond.

Al op deze eerste dag staan we met lege handen als blijkt dat de camping in het plaatsje Denemarken (net na Lageland) niet meer bestaat. De website deed anders vermoeden, we hadden ons een beetje ingelezen. Dat vraagt gelijk al een flexibele opstelling van de kinderen, die we via de pannenkoekenboot in Slochteren weten te verleiden nog vijftien kilometer verder te fietsen. Naar de camping die ik onderweg toch maar even heb gebeld om zeker te stellen dat deze nog wél bestond.

Eigenlijk regelen we zelden wat op voorhand. Meestal gaan we gewoon en dan zien we wel. Ook onze dochter, die juist heel erg gesteld is op zekerheid en duidelijkheid, kan daar prima mee omgaan. Als de reisleider (de papa in dit verhaal) zegt dat het goedkomt dan heeft ze daar vrede mee. Op deze tocht van drie weken hebben we slechts drie keer daags tevoren iets geregeld: voor een overnachting in een luxeappartement, er was niks anders in de buurt. Voor de jeugdherberg in Glückstadt, bij voorspeld zwaar onweer, en voor Legoland. We vierden daar Fenna’s verjaardag, dat vroeg om een bijzondere plek. 

Heilig doel

Elke tocht kan een pelgrimstocht zijn, zo ook deze fietstocht naar Legoland. Lego spreekt tot de verbeelding, voor kinderen en soms ook nog voor volwassenen. Bij ons thuis wordt er bij vlagen nog steeds mee gespeeld. Met Lego oude stijl begin je gewoon met een grote bak met steentjes en dan maak je iets. Tegenwoordig moet er al op voorhand bepaald zijn wat je wilt maken en daar koop je dan een pakket van. Met een handleiding zet je het in elkaar. Het lijkt wel een beetje op de verschillende benaderingen die je kunt hebben bij het maken van een pelgrimstocht. Wij bouwen onze tocht onderweg. Geen handleiding, hoogstens een handreiking.

Voor ons is dat de Jutlandroute, die we oppakken in de buurt van Emmen. Deze brengt ons door Ostfriesland, waar de Duitse goed gesubsidieerde energietransitie zich laat zien. Er staan ontelbare windmolens en een groot deel van de daken van huizen en stallen zijn voorzien van enorme hoeveelheden zonnepanelen. Het boerenland zelf is leeg, de plaatsjes arm en op het oog verlaten. Zo af en toe vinden we een bakker voor een kop koffie en een taartje, meestal eten we buiten.

Na de pont over de Elbe volgen we de Ochsenweg, een historische handelsroute. De belangrijkste handelswaar was vee en dan vooral ossen, vandaar de naam. In Denemarken heet deze handelsweg de Hearvejen. De Jacobsweg in Denemarken volgt de Hearvejen van noord naar zuid. Deze route bestaat in het zuiden veelal uit grindpaden. Prima te fietsen – als je langs de rand blijft – en vooral autoluw.

Boze mannen

De gids van de Jutlandroute heeft als ondertitel ‘in het spoor van de Vikingen’. We zien inderdaad steeds meer sporen onderweg. Zoals de belangrijke middeleeuwse nederzetting Haithabu, tegenwoordig museum. Vikingen staan me bij als (vooral) boze Noormannen die op rooftocht gingen. Over zee, dat was een stuk makkelijker en misschien minder gevaarlijk dan over land.

De baas van de camping naast het museum lijkt wel een afstammeling van deze boze mannen. Ik begrijp dat vijf minuten voor sluitingstijd aankomen van weinig respect voor zijn zware taak getuigt. Als Thije (van zeven) dan ook nog op een schommel gaat zitten die bestemd lijkt voor peuters, trekt de man een streep. Zijn uitleg over de trampolines laat niets aan duidelijkheid over: als de kinderen daar met hun schoenen op gaan dan zal hij ze hoogstpersoonlijk laten voelen dat dat niet de bedoeling is. Lekker dagje, campingbaas?

Voetbal verbindt

Een meer inspirerende ontmoeting hebben we als we al een paar dagen over het grind van de Haervejen fietsen. Aan het begin van een oprit naar een huis zien we een tent staan, met daarnaast een picknicktafel waarop een man een biertje zit te drinken. Een biertje uit de ijskast die in de tent staat! Als we vlakbij zijn en hij Thije ziet kan hij zijn enthousiasme niet verbergen. Thije heeft vandaag zijn felgele Brazilië-voetbalshirt aan. Brazilië, het geboorteland van de dorstige pelgrim Ivan. Hij is een paar weken geleden vertrokken uit Trondheim en te voet op weg naar Italië. Ivan zamelt geld in voor het weeshuis waar hij is opgegroeid en tot afgelopen jaar heeft gewerkt. Voor hetzelfde geld had Thije zijn Argentinië-shirt aangetrokken. Dan was de dag heel anders verlopen.

Eind van het begin

Legoland is als doel van de tocht wel een beetje vergelijkbaar met Compostela. Na een tocht in betrekkelijke rust sta je ineens midden tussen de mensen. Voor even vragen we ons dan ook af wat we daar doen. Maar als we onszelf schaterlachend of met van angst vertrokken gezicht op de foto laten zetten in de wildwaterbaan, en de foto voor veel te veel geld kopen, weten we het: we zijn hier voor de lol. Legoland is leuk, de foto ons diploma. Doel bereikt, missie geslaagd. De rest is bonus.

Creatief denken

Met het bereiken van Legoland is de rek er een beetje uit bij onze dochter Fenna. Waar ze iedere dag vrolijk vijftig of zestig kilometer wegtrapte heeft ze er nu geen zin meer in. Het idee om de trein te pakken voor een dagje is aanlokkelijk, de met struiken begroeide treinrails een slecht voorteken. Deze trein halen we niet meer, we zijn vijf jaar te laat. We moeten verder, anders halen we ook de trein naar huis niet.  

Voordat we op vakantie gingen hebben we lang zitten dubben of Thije nu op z’n eigen fiets zou gaan of bij zijn moeder op de tandem. Het is de tandem geworden, en dat is maar goed ook. Op zijn eigen fiets let Thije niet goed op en verstookt al zijn energie in de eerste tien kilometer. Hem iedere dag de resterende kilometers duwen is geen goed idee. Met hem op de tandem is evengoed een uitdaging. Hij springt er soms al af voordat we stilstaan, duwt met regelmaat de trappers tegen de benen van zijn moeder en gaat soms tijdens het fietsen achterstevoren zitten. Hij is er nog nooit af gevallen.

Fietswissel

Met frisse tegenzin gaat Fenna verder, tot ze het idee van een fietsenwissel oppert: Thije op haar fiets en Fenna zelf op de tandem. Dat komt tegemoet aan hun beider behoeften: Fenna kan even rustig aan doen en Thije kan zelf fietsen en vindt het stoer dat hij zijn grote zus kan helpen. Dat was nog nooit in ons opgekomen. Fenna wist het al wel. Later op de dag vertelt ze ons dat ze dit al aan het begin van de tocht had bedacht, voor het geval dat het nodig zou zijn. Nu was het dus nodig en het kon ook nog. Papa zet gewoon het zadel van de ene fiets wat omhoog en van de andere wat omlaag. We spreken af dat we dat maar één keer per dag gaan doen, die wissel. Samen komen ze er (meestal) wel uit.

Knipoog

De terugreis naar huis doen we met de trein, die vertrekt vanaf het Duitse Waddeneiland Sylt. Om op Sylt te komen fietsen we van Legoland in een paar dagen naar het zuidelijkste Deense Waddeneiland Rømo. Geen gezellig autoluw Waddeneiland met veel fietspaden, maar een eiland vol auto’s, caravans en campers. Eiland en vasteland zijn verbonden door een dam met autoweg. Over deze zeven kilometer lange dam fietsen op de vluchtstrook is ook al geen pretje. Een gitzwarte regenlucht dreigt ons in de halen en een nat pak te gaan bezorgen, tot deze wordt weggeduwd door de zeelucht. Dat is dan wel weer lekker van een eiland.

Op weg naar de veerboot die ons naar Sylt brengt fietsen we langs de Sint-Clemenskerk. We staan even stil bij de man die ons een handreiking heeft gedaan voor deze mooie tocht. Het zit erop.

Scroll naar boven