Thijsse, vooral bekend vanwege de Verkade-albums waarin hij zijn kijk op de natuur etaleerde, hield ook dagboeken bij van zijn wandelingen. Op een niet alledaagse manier worden wandeldagen beschreven. Dat levert een hele andere kijk op verslaglegging van wandelingen.
Voor de Santiagogangers onder ons: in de naam van Thijsse staat Jac. voor Jacobus. Het wordt leuker: Jacobus Pieter Thijsse blijkt geboren op 25 juli 1865, de naamdag van Jacobus de Meerdere. Voldoende raakvlak met het pelgrimeren.
In zijn dagboeken lezen we eigenlijk alleen over het weer en de flora en fauna die Thijsse onderweg tegenkwam. Geen wissewasjes over afstanden, koffietentjes en ontdaan van al het wandelleed. Wel vogels, bloemen, plantjes en bomen. In tekst en vooral – veel – in prachtig door Thijsse zelf getekend beeld.
‘Wat mij betreft, ik ben begonnen te zwerven, zo gauw ik lopen kon’. Thijsse is een echte wandelaar en zoals hij zelf zegt een ik-mens. ‘Als ik schrijf deel ik mee, wat IK beleefd heb.’ Zijn eigen kijk dus, op dingen die hij op zijn tochten tegenkwam. Tochten die hij vaak alleen liep, want hij was ‘alleenloper’.
Heel af en toe wordt de beschrijving van Thijsse heel praktisch, wanneer hij bijvoorbeeld vertelt dat dichte bomen en talrijke boomgaarden beschutting bieden tegen gure regenbuien. Al snel gaat hij dan weer over naar een beschrijving van wat hij ziet langs de kant van de weg.
‘Berula angustfolia, Heraclum sphondylium, Angelica officinale, Mentha aqruatica, Pulicaria dysenterica, Cineraria palustris, Epilobium angustifolium, Scutellaria galericulata, Lamium album, Linaria vulgaris, Lythrum salicaria, Caltha palustris’. Zomaar een stukje kennisoverdracht van de schrijver. Dan zie ik liever de tekenaar, want een mooie afbeelding zegt vaak meer dan woorden.
Juist door die afbeeldingen zijn de wandeldagboeken een niet alledaagse vorm van het beschrijven van wat er op een doorsnee wandeldag gezien is.
Van Oorschot | 2021